31 januari 2010

Kees Torn, Einde Verhaal

De Gemeente Heusden bestaat uit zes kernen: Drunen, Elshout, Vlijmen, Nieuwkuijk, Haarsteeg en Heusden. Samen tellen de dorpen en het stadje een kleine 45 duizend inwoners. Hoe het er in de gemeente aantoegaat, weet ik niet, maar cultureel centrum De Voorste Venne in Drunen wekt in elk geval de indruk dat ze het er prima voor elkaar hebben. Wat een prachtig complex. Er zit onder andere een uitstekend geoutilleerde theaterzaal in met 346 zitplaatsen. Ik heb ze niet nageteld: de Voorste Venne heeft een uitstekende en erg informatieve website. Ook de horecavoorzieningen, de garderobe, de toiletten, de parkeergelegenheid …, ach, het ziet er gewoon allemaal picobello uit.

Jammer genoeg speelt er niet zo veel in de theaterzaal. In januari waren er acht voorstellingen. In februari zijn het er vijf. Maar nóg schrijnender was het aantal bezoekers aan het cabaretprogramma Einde Verhaal van Kees Torn afgelopen vrijdag. Het waren er hooguit zeventig terwijl Torn toch een gevestigde naam is. In 2007 won hij met zijn programma Dood en Verderf de Poelifinario, de prijs van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties voor het meest indrukwekkende cabaretprogramma van het seizoen. Hij is toen zelfs wel eens met een paar liedjes bij televisieprogramma’s als De Wereld Draait Door geweest. En cabaret is populair. Zo iemand moet toch uitverkocht zijn, zou je denken. Zelf relativeert hij zijn bekendheid behoorlijk. Uit dit programma heeft hij alles wat indrukwekkend zou kunnen zijn weggelaten, zegt hij, want anders zat hij binnenkort weer met zo’n prijs en dan sta je voor je het weet in Carré.

De thuisblijvers hadden ongelijk. Kees Torn is een begenadigd pianist en een virtuoos tekstdichter. Hij maakt prachtige, onnavolgbare liedjes. In zekere zin lijkt hij op Pieter Nieuwint, alleen brengt hij het allemaal niet zo glad. Zelf vergelijkt hij zich waarschijnlijk liever met Drs. P., maar die kon bij lange na niet zo goed pianospelen. Bovendien lardeert Torn zijn voorstellingen met subtiele, soms erg aandoenlijke verhalen. Hij gooit er allerlei kleine grapjes, verrassende woordspelingen en puntige gedichtjes tussendoor. De grapdichtheid is hoog en hoewel Kees Torn een beetje de schutterige verlegen klungel uithangt, gaat het zo snel dat je de voorstelling eigenlijk een paar keer zou moeten zien om alles te begrijpen.

Voor de voorstelling ging onder het publiek in de zaal het verhaal rond dat bij een vorig optreden van Kees Torn in Drunen een relletje was ontstaan. Torn had op het toneel een sigaar opgestoken. Een toeschouwer had daar heftig tegen geprotesteerd. Het voorval bleek Torn geïnspireerd te hebben tot een geweldige grap die ik hier niet zal verklappen. Alleen al voor die vondst moet iedereen Einde Verhaal bezoeken. Maar ook de rest van de show was een aaneenschakeling van hoogtepunten.

Valt er dan helemaal niets te zeiken. Natuurlijk wel. Voor in de zaal bleek het geluid erg slecht. Soms waren de liedjes moeilijk te verstaan. Torn speelt op een vleugel en op de voorste rijen overstemt het natuurlijke geluid van het instrument zijn stem. Even dacht ik zelfs dat hij onversterkt zong, maar halverwege de zaal zat een geluidsman achter een enorm paneel, dus dat zal wel niet. Jammer, want het kan toch niet de bedoeling zijn dat het publiek voortaan achter inde zaal gaat zitten.

Op de website Zwartekat.nl, verzamelpunt voor cabaret en stand-up comedy, staat in het forum een topic over Einde Verhaal, waarin Kees Torn zelf reageert op allerlei opmerkingen over zijn voorstelling. In het zwartekatlied dat hij tijdens de voorstelling zingt, heeft hij de vele reacties op geheel eigen wijze verwerkt. Ook dat liedje is al reden genoeg om naarstig op zoek te gaan naar een entreekaartje. Het programma staat nog tot eind mei op de theaterkalenders. Voor streekgenoten: op 20 mei speelt het in het Koningstheater in Den Bosch.

Voor dit blogtekstje zat ik even te googlen. De volgende filmpjes uit eerdere voorstellingen van Kees Torn wil ik u niet onthouden.









14 januari 2010

Flashbacks

Over Annie en De Schavuit

Voor televisiekijkers begint dit jaar goed. We mogen ons verheugen op twee gloednieuwe dramaseries van Nederlandse makelij: Annie M.G., een geromantiseerde biografie over het leven van ’s-Neerlands letterkundige koningin Annie M.G. Schmidt, en Schavuit van Oranje, minstens even romantisch, maar nu gebaseerd op allerlei geruchten en feiten uit het leven van ons aller Prins Bernhard.


Beide series zijn nu twee afleveringen onderweg en hebben uiteraard een totaal verschillend karakter. Annie M.G. is een musicalachtige komedie die vooral veel liedjes uit de rijke nalatenschap van Annie Schmidt etaleert. Schavuit van Oranje is eerder thrillerachtig: een aaneenschakeling van complotten. Toch hebben beide series veel overeenkomsten. De hoofdpersonages worden in hun verschillende levensfases vertolkt door verschillende acteurs. Tijdens de casting is er met de groots mogelijke nauwkeurigheid op gelet acteurs te kiezen die uiterlijk op de historische figuren lijken. De acteurs hebben maniertjes en gebaren afgesproken om de continuïteit te waarborgen. Maar de opvallendste overeenkomst ligt in de verhaalvorm waarin veelvuldig gebruik wordt gemaakt van flashbacks.

Flashbacks zijn zo oud als de literatuur en het toneel. Behalve in soaps als Onderweg naar morgen en Goede Tijden wordt de techniek in vrijwel ieder boek en vrijwel iedere dramaproductie toegepast. Schrijvers, regisseurs en dramaturgen hebben er evenveel ervaring mee als lezers en toeschouwers. Dat betekent niet dat een verteltrant met flashbacks tot cliché is verworden. Sterker nog: het is één van de scherpst geslepen wapens van de ware verhalenverteller. Een uiterst geavanceerde en eeuwenlang doorontwikkelde techniek die nog altijd verrassende resultaten kan opleveren.

Dat laatste wordt bewezen in Schavuit van Oranje. In die serie wordt de reeks gesprekken die Volkskrant-journalisten Pieter Broertjes en Jan Tromp tussen 2001 en 2004 met Prins Bernhard voerden, aangewend om terug te kijken in de tijd. Tegelijkertijd speelt zich nog het een en ander in het heden af. De aaneenschakeling van complotten is spannend, af en toe dolkomisch en het constante heen-en-weer tussen nu en toen werkt. Zelfs het gerucht dat Ian Flemings James Bond op Prins Bernhard is geïnspireerd, komt geweldig uit de verf. Na een aanslag in aanwezigheid van Ian Fleming bestelt de prins een wodka-martini “Shaken not stirred”, waarop Ian Fleming antwoordt: “That sounds good”.

Heel anders gaat het er aan toe in Annie M.G.. Begrijp me goed: ik vind de talloze liedjes nog altijd fris en fruitig. Ik geniet me te pletter. Maar het verhaal wordt zo ongelofelijk klungelig verteld dat ik er tegelijkertijd onpasselijk van wordt. De acteurs zijn prima, die kunnen er niets aan doen. Maar regisseur Dana Nechushtan en scenarist Tamara Bos hebben van de oude Annie, vertolkt door Annemarie Prins, een volkomen gaga oud wijf gemaakt dat hallucineert. Zo kunnen ze haar overleden echtgenoot mee laten spelen in het heden. En ze hoeven Annemarie Prins maar even wazig in de verte te laten kijken om terug te kunnen schakelen naar een eerdere fase uit haar leven, een herinnering, waar ze zogenaamd vol weemoed aan terugdenkt. Zo schudden en roeren ze een cocktail, waar een beetje kritische kijker moet braken. Ik in elk geval wel en ik beschouw me toch als een onverzadigbare consument van Annie M.G. memorabilia.